De lerarenopleidingen van de hogescholen en universiteiten bundelen hun krachten landelijk, maar ook regionaal, om meer leraren op te leiden en bij te dragen aan een aantrekkelijk beroep voor leraren.
Het doel is om een helder, flexibel en zo goed mogelijk passend opleidingsaanbod aan te bieden om voldoende en kwalitatief goede leraren op te leiden. Binnen de (regionale) allianties wordt samengewerkt met scholen, leraren en andere partners. De vorm en inhoud van de regionale allianties verschillen, afhankelijk van de regionale context en behoeften. Wat alle allianties gemeen hebben is dat ze door intensievere samenwerking tussen lerarenopleidingen in het opleiden en professionaliseren van leraren willen bijdragen aan goed onderwijs voor iedereen.
De regionale allianties lerarenopleidingen zijn:
De besluitvorming over de inrichting van onderwijsregio’s zorgt voor nieuwe dynamiek in de ontwikkeling van de allianties. Met de komst van de onderwijsregio’s is het relevant om de verbinding tussen allianties en onderwijsregio’s en de nieuwe positie van de allianties te duiden. Dit gebeurt middels het opzetten van een samenwerkingsinfrastructuur in de regio’s (strategische (her)positionering/doorontwikkeling van de allianties binnen de context van de onderwijsregio’s), met bijbehorende duurzame financiering.
De allianties hebben voor 2024 subsidie ontvangen van de realisatie-eenheid (RE), om hun strategische positie in de context van de onderwijsregio’s uit te werken. Over de voortgang van dat proces wordt afgestemd met, en verantwoording afgelegd aan de RE.
De regionale allianties voelen zich verantwoordelijk voor diverse  aspecten van het bestuursakkoord die bijdragen aan flexibilisering.
Alle allianties werken aan:
De Universiteiten van Nederland hebben de ambitie om het aantal universitair opgeleide leraren te vergroten en daarmee bij te dragen aan het terugdringen van het lerarentekort en het versterken van de onderwijskwaliteit. Samen met de hogescholen leiden de universiteiten al meer dan tien jaar leraren voor het basisonderwijs op in de universitaire pabo’s. Sinds een aantal jaren kunnen studenten ook via de volledig universitaire opleiding Pedagogische Wetenschappen Primair Onderwijs hun lesbevoegdheid PO halen. In het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen zijn aanvullende ambities opgenomen. Dat doen de universiteiten door het ontwikkelen van nieuwe opleidingsroutes, zoals de Educatieve Masters Primair Onderwijs en door gezamenlijke routes met het hbo, gericht op zijinstromers met een universitaire vooropleiding.
Master Educatieve Master Primair Onderwijs – Vrije Universiteit Amsterdam (vu.nl)
Onderwijswetenschappen – Masters – Universiteit Utrecht (uu.nl)
Bekijk het schematisch overzicht van de academische PO-routes.
Alfa4all is er voor iedereen die eerstegraads docent in een van de talen wil worden en nog bepaalde vakinhoudelijk kennis mist om te starten met een universitaire lerarenopleiding of een zij-instroom traject. Op dit moment is er aanbod van cursussen voor Nederlands, Frans, Duits, Engels en Klassieke Talen. Voor Spaans komt binnenkort een aanbod beschikbaar. De cursussen kennen een blended opzet en het volgen ervan is kosteloos. Docenten die een cursus willen volgen in het kader van doorgaande professionalisering zijn ook welkom. Ook zij kunnen zich voorlopig kosteloos inschrijven. Tot eind 2023 wordt Alfa4all gefinancierd vanuit middelen uit het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen. De decanen van de faculteiten Geesteswetenschappen/Letteren hebben de intentie uitgesproken om Alfa4all daarna te adopteren, net zoals dit bij Bèta4all het geval is geweest. Informatie over en inschrijven voor Alfa4all cursussen kan op de website.
Informatie over Bèta4all vind je hier.
Alfa4all heeft het doel van een cursusaanbod voor studenten en zij-instromers in de talentekortvakken met nog onvoldoende vakinhoudelijke kennis uit het Bestuursakkoord gerealiseerd. Sinds september 2022 bestaat het aanbod van Alfa4all uit cursussen in Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans en de klassieke talen. Toen waren er 291 inschrijvingen van 71 unieke studenten. Sindsdien zijn het aantal inschrijvingen reeds toegenomen, met in 239 inschrijvingen van 101 studenten in voorjaar 2024. Vooral bij het schoolvak Nederlands is dit een mooi resultaat, gezien dit zowel kernvak is in het VO als dat dit een tekortvak is wat betreft aantal leraren.
Op 27 januari 2023 zijn de eerste microcredentials uitgereikt bij twee Alfa4all cursussen Nederlands (Universiteit Utrecht en Tilburg University). Hiernaast gaat nu ook de UvA een eerste microcredential uitreiken voor een cursus Duits.Â
De in 2023 ontwikkelde uitbreiding op het aanbod van de cursussen Nederlands gaat in september 2024 van start met vijf cursussen die bedoeld zijn voor de Alfa4All doelgroepen, en specifiek cursisten met een niet-vakverwante opleiding (bijvoorbeeld juristen, psychologen, kunsthistorici, etc.).Â
UU en UvA werken met SURF aan een geautomatiseerd systeem voor het instellingsoverstijgend inschrijven. Dit is relevant aangezien cursisten van Alfa4All en ook van de gemodulariseerde LVHO-master vakken bij diverse universiteiten volgen.
Er wordt gewerkt aan duurzame continuering van Alfa4All binnen de aangesloten, samenwerkende faculteiten Geesteswetenschappen en Letteren bij de betrokken universiteiten.Â
Beta4all is in de afgelopen jaren gegroeid naar 28 cursussen met in totaal 300 cursisten die bezig zijn met het behalen van de eerstegraadsbevoegdheid in de tekortvakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica. Daarmee wordt meer dan 50% van de totale instroom in de universitaire lerarenopleidingen voor deze vakken gerealiseerd via Beta4all! De bètadecanen hebben dit programma met pure vakinhoud voor de academisch opgeleide eerstegraadsdocent dan ook van harte geadopteerd.
In oktober 2023 is besloten in de vergadering van de bètadecanen dat het project langdurig wordt ondersteund tot 2030.Â
In het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen hebben de minister van OCW, de Vereniging Hogescholen (VH) en Universiteiten van Nederland (UNL) afspraken gemaakt over het verder flexibiliseren van de lerarenopleidingen. Eén van de ambities uit het bestuursakkoord is om te verkennen volgens de principes van leeruitkomsten zoals dat binnen de lerarenopleidingen door de hogescholen is ontwikkeld, ook meerwaarde heeft voor de studenten van de universitaire lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs die op masterniveau worden aangeboden. En zo ja, hoe de meerwaarde dan gerealiseerd zou moeten worden. Om die vraag te kunnen beantwoorden hebben de universitaire lerarenopleidingen VO een verkenning laten uitvoeren. Verschillende gesprekken over die verkenning hebben geleid tot de volgende positie van de ICL VO.
Het vervolgproject ‘Werken volgens principes van Leeruitkomsten in universitaire lerarenopleidingen’ is in april 2023 gestart. Het doel daarvan is gezamenlijk te werken aan landelijke afspraken die moeten leiden tot meer ruimte voor studenten om op individuele basis toe te werken naar de eindkwalificatie. Daarbij wordt rekening gehouden met al opgedane kennis en ervaringen. In plaats van een voorgeschreven route ligt de focus op wat studenten moeten kennen en kunnen (beantwoordend aan het beroepsbeeld), en op de manier van toetsen. Als aftrap van het project is op de 24-uurse van de ICL op 21 april 2023 een werksessie gehouden met ongeveer 40 opleidingsdirecteuren, beleidsmedewerkers en docenten van de Universitaire Lerarenopleidingen. Ook het primair onderwijs is inmiddels aangehaakt bij de projectgroep. Er vindt regelmatig uitwisseling plaats met de werkgroep van de Vereniging Hogescholen.Â
In het deelproject Kern van beroepsbeeld wordt gewerkt aan een gedragen kern van een beroepsbeeld van de academisch opgeleide docent, zowel startend als ervaren. Dit beroepsbeeld is in concept uitgewerkt (gekoppeld aan de wettelijke bekwaamheidseisen en Dublin-descriptoren) in samenhang met authentieke, ontwikkelingsgerichte toetsing van de universitaire docent.Â
In het deelproject Ontwikkelingsgericht toetsen is een document met kenmerken van goede toetsing voor een opleiding tot een complex beroep in concept gereed. De kenmerken kunnen dienen als kaders voor toetsing en worden ter aanscherping nog besproken met de examen-/opleidingscommissies van verschillende universitaire lerarenopleidingen. Dit deelproject zal naar verwachting bijdragen aan een positieve doorontwikkeling van de toetsprogramma’s bij de verschillende universitaire lerarenopleidingen, wat ten goede komt aan de ontwikkeling en het leerproces van studenten.
In het deelproject Implementatie wordt gewerkt aan het in kaart brengen van diverse pilots in de vorm van een uitgave met best practices. In oktober 2024 wordt dit inspiratieboekje uitgegeven. Hier worden ook de kern van het beroepsbeeld en de kenmerken van toetsing opgenomen. Dit kan vervolgens door alle universitaire lerarenopleidingen gebruikt worden bij het doorontwikkelen van het curriculum en/of toetsing.Â
Om een grotere instroom én doorstroom van studenten te bereiken, organiseren een viertal universitaire lerarenopleidingen (ulo’s) hun onderwijs op een meer modulaire manier. De Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden beogen daarmee twee dingen: zorgen dat meer mensen de lerarenopleiding kunnen volgen, en twee, dat minder mensen uitvallen omdat ze kunnen studeren in het tempo dat past bij hun leerbehoefte.
Onderdeel van dit project is een goede informatievoorziening om de studenten vooraf en tijdens de opleiding te informeren over de modulaire mogelijkheden. Ook wordt gewerkt aan passende studentbegeleiding die studenten ondersteunt om de juiste keuzes te maken binnen de opleiding. Student en opleiding willen zicht houden op de studievoortgang, bijvoorbeeld als een module wordt uitgesmeerd in de tijd, c.q. op een later moment wordt opgepakt.
Het centrale doel en de aanvankelijk gestelde voorwaarde van het project – het afgeven van een tweedegraadsbevoegdheid halverwege de master LVHO – blijkt wettelijk niet mogelijk. Dit heeft invloed op de beoogde impact van dit project: de toename van de aantrekkelijkheid en daarmee de instroom van de lerarenopleidingen. De deelnemende universitaire lerarenopleidingen werken nu op andere manieren aan het verbeteren van het curriculum, om beter aan te sluiten bij de behoeften van de steeds diverser wordende studentenpopulatie. Dit doen zij onder andere met:Â
Daarnaast hebben de vier bij dit project betrokken universiteiten de volgende resultaten geboekt:
Bekijk het schematisch overzicht van de academische routes naar het leraarschap.
Alle ervaringen ten aanzien van flexibilisering van de lerarenopleidingen die er binnen de VH en UNL intern en in onderlinge samenwerking (het netwerk) wordt opgedaan, wordt onder andere gedeeld via kennisdeelsessies en een gezamenlijke conferentie. Ook deze website draagt bij aan kennisuitwisseling.
De gecombineerde VH-UNL werkgroep Professionaliseren lerarenopleiders bestaat uit vijftien vertegenwoordigers afkomstig van dertien kennisinstituten (hbo en wo) en richt zich op het professionaliseren van lerarenopleiders. Het begeleiden van studenten in flexibele trajecten vraagt een andere pedagogiek en didactiek van lerarenopleiders dan zij nu gewend zijn. Binnen dit project brengen de VH en UNL samen in kaart welke professionaliseringsmogelijkheden- en behoeften er zijn en gaan aan de slag met het ontsluiten en/of (door)ontwikkelen van deze mogelijkheden.
Er is gewerkt aan een model voor de aanpak van professionalisering van lerarenopleiders in flexibele trajecten (gebaseerd op een eerder behoefteonderzoek). Het doel was te komen tot een handreiking/handleiding voor de professionalisering van lerarenopleiders bij het opleiden van aanstaande leraren in zijinstroom- of deeltijdtrajecten. Het gaat daarbij vooral om bewustwording, inhoudelijke ontwikkeling en training van vaardigheden. Concreet betekent dit dat er bruikbare en effectieve aanpakken zijn geformuleerd die handelingsverlegenheid van opleiders (instituut/school/werkplek) bij flexibilisering helpen oplossen. De doelgroep voor deze handleiding is opleiders (school, werkplek en instituut) die verantwoordelijk zijn voor de professionalisering van hun lerarenopleiders van flexibele trajecten.
De landelijke projectgroep van VH en UNL heeft een aantal gezamenlijke producten opgeleverd:
Doorontwikkeling
Inmiddels wordt door VH en UNL op twee manieren vervolg gegeven aan de handreiking. Eén meer richting partnerschappen, en een meer richting opleiders van academische opleidingen.
Met het Platform SO&P wordt gewerkt aan de realisatie van een digitaal platform, waar opleiders kennis over flexibele curricula/maatwerk kunnen halen, brengen, delen en doorontwikkelen.
De universitaire lerarenopleidingen (ulo’s) willen overstappers beter voorbereiden, assessen en vervolgens opleiden in hun traject richting het leraarschap. Hiertoe zullen de ulo’s nieuwe projecten uitvoeren en lopende initiatieven intensiveren, specifiek gericht op knelpunten die bestaan voor en tijdens de opleiding. We doen dit zo veel mogelijk in de context van ‘samen opleiden’ met de scholen, Door deze maatwerk aanpak behalen meer overstappers op een goede en verantwoorde manier hun bevoegdheid. We willen dat de uitval beperkt wordt en dat de waardering van de trajecten (bij overstappers en scholen) hoger wordt.
De zes deelprojecten richten zich op het wegnemen van mogelijke hobbels in verschillende fasen in het keuze- en opleidingsproces van de overstapper.
Stichting Onderwijs in richt zich in deelproject 1 op het verder versterken van de informatievoorziening via het Onderwijsloket. Om ervoor te zorgen dat de overstapper zich goed voor kan bereiden op de volgende stappen komt is het online platform Klaar voor de stap gerealiseerd met materiaal dat praktische en bruikbare informatie geeft over het leraarschap en het eventuele assessment.
Voortbouwend op de harmonisatie van assessments die al gaande is (als onderdeel van het Actieplan Leraren) richt deelproject 2 zich met name op het ontwikkelen van een gezamenlijke werkwijze voor de erkenning van Eerder Verkregen Competenties (EVC), zodat EVC’s (en EVK’s; eerder verworven kwalificaties) op iedere ulo op dezelfde manier worden getoetst, erkend en gewaardeerd. De samenwerking tussen en afstemming van de besluiten van Examencommissies rondom assessments vormt het doel van deelproject 3.
Deelproject 4 omvat het (door-)ontwikkelen van op zij-instromers gerichte maatwerktrajecten door vijf (consortia van) universiteiten in verschillende regio’s (Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit in samenwerking met Universiteit van Maastricht en de drie Technische Universiteiten). Samen met de opleidingsscholen en in afstemming met de behoeften en mogelijkheden in de regio worden trajecten ontwikkeld die opleiden tot een eerstegraads bevoegdheid. Daarnaast wordt ook voor het tweedegraads gebied verkend hoe nieuwe doelgroepen kunnen instromen in opleidingstrajecten zoals de Educatieve Module. Dit is deelproject 5.
In deelproject 6 wordt een netwerk opgezet om specifieke kennis van- en ervaring met het opleiden van zij-instromers te delen met alle partners binnen en buiten de ulo’s. Dit netwerk krijgt een plek binnen het grotere netwerk rondom flexibilisering dat voor UNL en de VH wordt opgetuigd.
Deelproject 1 Digitaal cursusplatform voor zij-instromers: Eerder is al een eerste module De vo-leerling samengesteld met materialen voor studenten/zij-instromers die zich willen voorbereiden op de opleiding/stage/baan. Op het in januari 2024 gelanceerde hierop voortbordurende voorbereidingsplatform Klaar voor de Stap met drie modules: De overstap naar VO, Geschiktheidsonderzoek en Hybride docentschap, verbonden aan Het Onderwijsloket, vinden leraren in spé op één centrale plek de ervaringsverhalen, bronnen en best practices van de overstappers die hen voorgingen in het voorgezet onderwijs. Er wordt veel gebruik van gemaakt; een van de meest bezochte pagina’s is die over het geschiktheidsonderzoek. Bezoekers geven aan dat hen dit veel duidelijkheid geeft over de voorbereiding en het verloop van dit onderzoek.
In samenwerking met UNL en VH worden mogelijkheden voor uitbreiding van het platform naar Primair Onderwijs en tweedegraads Voortgezet Onderwijs onderzocht.
Deelproject 2 EVC streeft naar een voor (potentiële) studenten van academische lerarenopleidingen consistenter en transparantere procedure voor het erkennen en waarderen van eerder verworven competenties en dat studenten zich gezien voelen. In het voorjaar van 2024 zijn de volgende materialen uitgewerkt, waarvan de implementatie bij de universitaire lerarenopleidingen, rekening houdend met onderlinge verschillen, inmiddels is gestart:
Project EVC wil algemene informatie inzichtelijk maken op diverse landelijke platforms, en onderhoudt in dat kader onder meer contact met OnderwijsIn.
Bij deelproject 3 Netwerk Examencommissies is de doelstelling van dit project vooralsnog landelijke afstemming en kalibratie tussen universitaire lerarenopleidingen op het gebied van toelating en scholingsplannen en op termijn mogelijk ook afstemming over vrijstellingen. In het voorjaar van 2024 worden de doelstellingen en de gewenste inrichting van het netwerk bepaald, in het najaar wordt een startbijeenkomst georganiseerd.
In deelproject 4 Maatwerktrajecten zetten vijf universitaire lerarenopleidingen in op meer maatwerk voor zij-instromers door verschillende soorten interventies op verschillende momenten in het proces, gericht op verhogen instroom (inzet op werving, oriëntatie, etc.), vergroten rendement in de opleiding (minder uitval en vertraging) en verkleinen uitval na de opleiding.Â
Deelproject 5Â Educatieve Module: Dit onderdeel is afgerond, het gebruik van de resultaten van het onderzoek naar het werven en opleiden van doelgroepen voor deze module is afhankelijk van de afhandeling van deelproject 6.Â
Deelproject 6 Vakinhoudelijke eisen Educatieve minor/module. Het doel van dit project is te komen tot een landelijk toelatingskader aan de hand waarvan de universitaire lerarenopleidingen kunnen vaststellen of kandidaten met een (voor)opleiding buiten de verwantschapstabel over voldoende vakinhoudelijke kennis beschikken voor toelating tot de Educatieve module /minor (EM). In mei 2024 verschijnt een landelijke brochure vakinhoudelijke eisen EM-niveau, geënt op de brochure vakinhoudelijk masterniveau herzien én de verwantschapstabel. De opleidingen gaan aan de slag met de implementatie ervan.Â
Bekijk het schematisch overzicht van de academische VO-routes.
Meer weten over de ambities van de hogescholen in het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen? Bezoek de website Leraren voor morgen.
Contact
Universiteiten van Nederland
Lange Houtstraat 2
Postbus 13739
2501 ES Den Haag
Regionale allianties lerarenopleidingen