De lerarenopleidingen van de hogescholen en universiteiten bundelen hun krachten landelijk, maar ook regionaal, om meer leraren op te leiden en bij te dragen aan een aantrekkelijk beroep voor leraren.
Het doel is om een helder, flexibel en zo goed mogelijk passend opleidingsaanbod aan te bieden om voldoende en kwalitatief goede leraren op te leiden. Binnen de (regionale) allianties wordt samengewerkt met scholen, leraren en andere partners. De vorm en inhoud van de regionale allianties verschillen, afhankelijk van de regionale context en behoeften. Wat alle allianties gemeen hebben is dat ze door intensievere samenwerking tussen lerarenopleidingen in het opleiden en professionaliseren van leraren willen bijdragen aan goed onderwijs voor iedereen.
De regionale allianties lerarenopleidingen zijn:
Er vinden regelmatig kennisdelingssessies plaats tussen de allianties, waarbij afhankelijk van de onderwerpen ook andere partijen aansluiten. Tijdens de werkconferentie van het Bestuursakkoord op 6 oktober 2022 deelden diverse allianties hun projectplannen. Het onderwerp van bespreking is momenteel de rol van de allianties in de regio ten opzichte van onder andere de partnerschappen SO&P, en het duurzaam uitwerken en borgen van plannen.
De Universiteiten van Nederland hebben de ambitie om het aantal universitair opgeleide leraren te vergroten en daarmee bij te dragen aan het terugdringen van het lerarentekort en het versterken van de onderwijskwaliteit. Samen met de hogescholen leiden de universiteiten al meer dan tien jaar leraren voor het basisonderwijs op in de universitaire pabo’s. Sinds een aantal jaren kunnen studenten ook via de volledig universitaire opleiding Pedagogische Wetenschappen Primair Onderwijs hun lesbevoegdheid PO halen. In het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen zijn aanvullende ambities opgenomen. Dat doen de universiteiten door het ontwikkelen van nieuwe opleidingsroutes, zoals de Educatieve Masters Primair Onderwijs en door gezamenlijke routes met het hbo, gericht op zijinstromers met een universitaire vooropleiding.
Master Educatieve Master Primair Onderwijs – Vrije Universiteit Amsterdam (vu.nl)
Onderwijswetenschappen – Masters – Universiteit Utrecht (uu.nl)
Bekijk het schematisch overzicht van de academische PO-routes.
Alfa4all is er voor iedereen die eerstegraads docent in een van de talen wil worden en nog bepaalde vakinhoudelijk kennis mist om te starten met een universitaire lerarenopleiding of een zij-instroom traject. Op dit moment is er aanbod van cursussen voor Nederlands, Frans, Duits, Engels en Klassieke Talen. Voor Spaans komt binnenkort een aanbod beschikbaar. De cursussen kennen een blended opzet en het volgen ervan is kosteloos. Docenten die een cursus willen volgen in het kader van doorgaande professionalisering zijn ook welkom. Ook zij kunnen zich voorlopig kosteloos inschrijven. Tot eind 2023 wordt Alfa4all gefinancierd vanuit middelen uit het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen. De decanen van de faculteiten Geesteswetenschappen/Letteren hebben de intentie uitgesproken om Alfa4all daarna te adopteren, net zoals dit bij Bèta4all het geval is geweest. Informatie over en inschrijven voor Alfa4all cursussen kan op de website.
Informatie over Bèta4all vind je hier.
Alfa4all heeft het doel uit het Bestuursakkoord (een cursusaanbod voor iedereen die eerstegraads docent in een van de talen wil worden en nog bepaalde vakinhoudelijk kennis mist om te starten met een universitaire lerarenopleiding of een zij-instroom traject) gerealiseerd. Sinds september 2022 bestaat het aanbod van Alfa4all uit 34 cursussen met 291 inschrijvingen (dit gaat om 71 studenten die ieder vaak meerdere cursussen volgen) in Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans en de klassieke talen.
Er loopt een verkenning naar uitbreiding van het aanbod Nederlands voor academici met een niet-aansluitende vooropleiding.
Op 27 januari 2023 zijn de eerste microcredentials uitgereikt bij twee Alfa4all cursussen Nederlands (Universiteit Utrecht en Tilburg University).
Beta4all is in de afgelopen jaren gegroeid naar 28 cursussen met in totaal 300 cursisten die bezig zijn met het behalen van de eerstegraadsbevoegdheid in de tekortvakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica. Daarmee wordt meer dan 50% van de totale instroom in de universitaire lerarenopleidingen voor deze vakken gerealiseerd via beta4all! De bètadecanen hebben dit programma met pure vakinhoud voor de academisch opgeleide eerstegraadsdocent dan ook van harte geadopteerd.
In het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen hebben de minister van OCW, de Vereniging Hogescholen (VH) en Universiteiten van Nederland (UNL) afspraken gemaakt over het verder flexibiliseren van de lerarenopleidingen. Eén van de ambities uit het bestuursakkoord is om te verkennen volgens de principes van leeruitkomsten zoals dat binnen de lerarenopleidingen door de hogescholen is ontwikkeld, ook meerwaarde heeft voor de studenten van de universitaire lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs die op masterniveau worden aangeboden. En zo ja, hoe de meerwaarde dan gerealiseerd zou moeten worden. Om die vraag te kunnen beantwoorden hebben de universitaire lerarenopleidingen VO een verkenning laten uitvoeren. Verschillende gesprekken over die verkenning hebben geleid tot de volgende positie van de ICL VO.
In de tweede helft van 2021 is een verkenning opgeleverd naar de implicaties van het werken volgens de principes van leeruitkomsten voor de universitaire student en de universitaire lerarenopleidingen. De universitaire lerarenopleidingen hebben naar aanleiding van de verkenning gesproken over mogelijke vervolgstappen.
In januari 2023 is het vervolgproject ‘Werken volgens principes van Leeruitkomsten in universitaire lerarenopleidingen’ gestart. Het doel daarvan is gezamenlijk te werken aan landelijke afspraken die moeten leiden tot meer ruimte voor studenten om op individuele basis toe te werken naar de eindkwalificatie. Daarbij wordt rekening gehouden met al opgedane kennis en ervaringen. In plaats van een voorgeschreven route ligt de focus op wat studenten moeten kennen en kunnen (beantwoordend aan het beroepsbeeld), en op de manier van toetsen.
Om een grotere instroom én doorstroom van studenten te bereiken, organiseren een viertal universitaire lerarenopleidingen (ulo’s) hun onderwijs op een meer modulaire manier. De Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden beogen daarmee twee dingen: zorgen dat meer mensen de lerarenopleiding kunnen volgen, en twee, dat minder mensen uitvallen omdat ze kunnen studeren in het tempo dat past bij hun leerbehoefte.
Onderdeel van dit project is een goede informatievoorziening om de studenten vooraf en tijdens de opleiding te informeren over de modulaire mogelijkheden. Ook wordt gewerkt aan passende studentbegeleiding die studenten ondersteunt om de juiste keuzes te maken binnen de opleiding. Student en opleiding willen zicht houden op de studievoortgang, bijvoorbeeld als een module wordt uitgesmeerd in de tijd, c.q. op een later moment wordt opgepakt.
In de afgelopen periode hebben de vier bij dit project betrokken universiteiten de volgende resultaten geboekt:
Bekijk het schematisch overzicht van de academische routes naar het leraarschap.
Alle ervaringen ten aanzien van flexibilisering van de lerarenopleidingen die er binnen de VH en UNL intern en in onderlinge samenwerking (het netwerk) wordt opgedaan, wordt onder andere gedeeld via kennisdeelsessies en een gezamenlijke conferentie. Ook deze website draagt bij aan kennisuitwisseling.
De gecombineerde VH-UNL werkgroep Professionaliseren lerarenopleiders bestaat uit vijftien vertegenwoordigers afkomstig van dertien kennisinstituten (hbo en wo) en richt zich op het professionaliseren van lerarenopleiders. Het begeleiden van studenten in flexibele trajecten vraagt een andere pedagogiek en didactiek van lerarenopleiders dan zij nu gewend zijn. Binnen dit project brengen de VH en UNL samen in kaart welke professionaliseringsmogelijkheden- en behoeften er zijn en gaan aan de slag met het ontsluiten en/of (door)ontwikkelen van deze mogelijkheden.
Er wordt gewerkt aan een model voor de aanpak van professionalisering van lerarenopleiders in flexibele trajecten (gebaseerd op een eerder behoefteonderzoek). Het doel is te komen tot een handreiking/handleiding voor de professionalisering van lerarenopleiders bij het opleiden van aanstaande leraren in zijinstroom- of deeltijdtrajecten. Het gaat daarbij vooral om bewustwording, inhoudelijke ontwikkeling en training van vaardigheden. Concreet betekent dit dat er bruikbare en effectieve aanpakken worden geformuleerd die handelingsverlegenheid van opleiders (instituut/school/werkplek) bij flexibilisering helpen oplossen. De doelgroep voor deze handleiding is opleiders (school, werkplek en instituut) die verantwoordelijk zijn voor de professionalisering van hun lerarenopleiders van flexibele trajecten.
De universitaire lerarenopleidingen (ulo’s) willen overstappers beter voorbereiden, assessen en vervolgens opleiden in hun traject richting het leraarschap. Hiertoe zullen de ulo’s nieuwe projecten uitvoeren en lopende initiatieven intensiveren, specifiek gericht op knelpunten die bestaan voor en tijdens de opleiding. We doen dit zo veel mogelijk in de context van ‘samen opleiden’ met de scholen, Door deze maatwerk aanpak behalen meer overstappers op een goede en verantwoorde manier hun bevoegdheid. We willen dat de uitval beperkt wordt en dat de waardering van de trajecten (bij overstappers en scholen) hoger wordt.
De zes deelprojecten richten zich op het wegnemen van mogelijke hobbels in verschillende fasen in het keuze- en opleidingsproces van de overstapper.
Stichting Trainees in Onderwijs richt zich in deelproject 1 op het verder versterken van de informatievoorziening via het Onderwijsloket. Om ervoor te zorgen dat de overstapper zich goed voor kan bereiden op de volgende stappen komt er een digitale Kennisbank met materiaal dat praktische en bruikbare informatie geeft over het leraarschap en het eventuele assessment.
Voortbouwend op de harmonisatie van assessments die al gaande is (als onderdeel van het Actieplan Leraren) richt deelproject 2 zich met name op het ontwikkelen van een gezamenlijke werkwijze voor de erkenning van Eerder Verkregen Competenties (EVC), zodat EVC’s (en EVK’s; eerder verworven kwalificaties) op iedere ulo op dezelfde manier worden getoetst, erkend en gewaardeerd. De samenwerking tussen en afstemming van de besluiten van Examencommissies rondom assessments vormt het doel van deelproject 3.
Deelproject 4 omvat het (door-)ontwikkelen van op zijinstromers gerichte maatwerktrajecten door vijf (consortia van) universiteiten in verschillende regio’s (Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit in samenwerking met Universiteit van Maastricht en de drie Technische Universiteiten). Samen met de opleidingsscholen en in afstemming met de behoeften en mogelijkheden in de regio worden trajecten ontwikkeld die opleiden tot een eerstegraads bevoegdheid. Daarnaast wordt ook voor het tweedegraads gebied verkend hoe nieuwe doelgroepen kunnen instromen in opleidingstrajecten zoals de Educatieve Module. Dit is deelproject 5.
In deelproject 6 wordt een netwerk opgezet om specifieke kennis van- en ervaring met het opleiden van zij-instromers te delen met alle partners binnen en buiten de ulo’s. Dit netwerk krijgt een plek binnen het grotere netwerk rondom flexibilisering dat voor UNL en de VH wordt opgetuigd.
Sinds september 2021 is er voor zijinstromers het volgende aanbod in maatwerktrajecten:
Bekijk het schematisch overzicht van de academische VO-routes.
Meer weten over de ambities van de hogescholen in het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen? Bezoek de website Leraren voor morgen.
Contact
Universiteiten van Nederland
Lange Houtstraat 2
Postbus 13739
2501 ES Den Haag
Regionale allianties lerarenopleidingen